We waren dus afgestudeerd als “verpleegskundige-oud-regime” werd dat genoemd omdat gelijk met ons eerste jaar een nieuwe studieniveau was ingevoerd namelijk de gegradueerde verpleegkundigen A1. De opleiding tot verpleegkundige werd opgesplitst in twee niveaus: na de humaniora kon men verder studeren voor gegradueerde verpleegkundige A1. Na het technisch of beroepsonderwijs kon men verder studeren voor gebrevetteerde verpleegkundige. De opleiding voor ziekoppasters van 18 maand werd afgeschaft. Onze opleiding lag tussen de twee niveaus in. Wij kregen wel geen A1 opleiding maar de studiematerie lag wel iets hoger dan de A2 opleiding. Daarbij kwam het verschil in de weddeschaal het probleem nog aanscherpen. Na een eerste protest van al de vroegere afgestudeerden “oud regime” bracht de minister de weddeschalen van het oude regime en de A1 verpleegkundigen op gelijke voet. Maar daarmee hield de gelijkschakeling op. Als oud regimeverpleegster kon men niet verder studeren bv licentiaat ziekenhuiswetenschappen of kon men geen verantwoordelijke taken meer opnemen in de ziekenhuizen. Deze werden voorbehouden aan de gegradueerden. Dit lokte opnieuw hevig protest uit bij de grote groep verpleegkundigen “oud-regime”. Onder druk van verschillende beroepsverengingen besliste de toenmalige minister dat al wie voor 1961 afgestudeerd was, binnen de vijf jaar, een bijkomend examen mocht afleggen aangevuld met 2000 extra stage-uren om het diploma van gegradueerde verpleegkundige te bekomen. Bovendien moest men een andere richting kiezen dan deze van onze ‘eerste opleiding’. De grootste groep was als algemeen ziekenhuisverpleegkundige afgestudeerd en wij moesten dus kiezen tussen psychiatrische, pediatrische of sociaal verpleegkundige. Voor mij was dat een aanlokkende gelegenheid om mijn jeugddroom van “kinderverpleegster” te realiseren, maar …! Ik was reeds in vaste loondienst en had niet zoveel verlof om de opleiding te volgen en 2000 uren stagen te lopen. De beroepsvereniging van de verpleegkundigen NVKVV richtte een voorbereidende opleiding op. Gedurende twee jaar werden er drie dagen per maand cursussen gegeven. Ik zag hoe enkele zusters de gelegenheid kregen om deze opleiding te volgen. Na hun eerste voorbereiding werd het mij te sterk. Ik stapte naar Moeder Godelieve en vroeg of ik extra verlofuren kon krijgen om ook deel te nemen aan het examen en een diploma van gegradueerde pediatrische verpleegster te behalen.

Moeder Godelieve stemde er in toe. Zij wist toen reeds dat ik het jaar nadien zou intreden en dat een bijkomend diploma nuttig zou zijn voor de uitbouw van het zienhuis. Ik volgde dan samen met de zusters de voorbereiding van het tweede jaar. In september zouden wij voor de centrale jury examens afleggen. Half juli werd ik ziek .. ik had een hepatitis-B opgedaan en moest zoals toen de gewoonte was zes weken afgezonderd worden, want het was heel besmettelijk voor de omgeving. Ik heb dan mijn stageverslag grotendeels op mijn eettafeltje op mijn ziekbed geschreven en gestudeerd in de mate dat het mogelijk was. Het was alles of niets!

Begin september gingen wij dan voor twee weken naar de RUG (Rijksuniversiteit Gent) waar wij voor de middenjury ons examen mochten afleggen. Ik was een van de weinige gelukkigen die geslaagd waren. Ik behaalde toen mijn diploma pediatrische verpleegkundige. Ik was er heel gelukkig om. Want al was ik reeds jaren geleden vast besloten om in het klooster te treden, van zodra mijn zus een eigen inkomen zou hebben, gaf ik er de voorkeur aan om mijn studie af te maken VOOR ik intrad. Ik was reeds op iets hogere leeftijd gekomen en ik wilde niet op kosten van het klooster gaan studeren, opdat ik in alle vrijheid zou kunnen beslissen of ik na mijn noviciaat het kloosterleven aankon en ik mij nooit moreel zou gebonden weten, vooral indien ik ooit zou moeten vaststellen dat ik niet in het klooster zou kunnen blijven. Gelukkig is dat niet gebeurd.